“In het begin was ik helemaal verliefd op mijn tuin. Ik was zo blij dat ik eindelijk weer groen om mij heen had en een plek waar het lekker rustig was. Ik heb altijd in een huis met een tuin gewoond, tot ik acht jaar geleden naar Den Haag verhuisde en daarna naar Rotterdam. Wij hebben wel een tuin, maar dat is eigenlijk meer een binnenplaatsje waar nauwelijks zon komt.
In de stad merk je het wisselen van de seizoenen lang niet zo goed als buiten en dat miste ik vreselijk. Bijvoorbeeld dat speciale geurtje en de plotselinge frisse wind in september die de herfst aankondigt. Of de gele bloemetjes van klein hoefblad en dan is ineens de lente daar. Iemand bracht mij op het idee een volkstuin te nemen. Blijdorp vond ik meteen prachtig. Maar er waren geen tuinen te koop. Ik wilde niet langer wachten, dus toen ben ik op een zondag gaan rondlopen op zoek naar een verwaarloosde tuin (zie foto hieronder). Bij eentje stond een stel te praten en zij wilden mijn telefoonnummer wel doorgeven aan de eigenaars. Binnen een week was het geregeld, ik kon de tuin overnemen.
Het bestuur stelde de voorwaarde dat ik het huisje zou vervangen, maar dat vond ik prima. Jan vond me maar raar en burgerlijk. Toen ik hem liet zien welk kant-en-klaar huisje ik wilde bestellen, is hij op Marktplaats gaan zoeken naar alternatieven. Hij kan goed klussen en zag het wel zitten om zelf een huisje te bouwen. Hij heeft 2e hands kozijnen voor weinig geld bij elkaar verzameld en goedkope partijen hout en heeft toen een ontwerpje gemaakt. Met een veranda, want dat wilde ik altijd al. Ideaal, want ook als het regent, kun je gewoon buiten blijven zitten.
Inmiddels is hij ook helemaal verslaafd aan de tuin. Hij heeft zelfs de tuin ernaast genomen, die stond al een tijdje leeg. Daar gaat hij nu ook een nieuw huis op bouwen. Daar was ik eerst helemaal niet zo blij mee. Een verwaarsloosde tuin opknappen is veel werk, maar een huisje afbreken en afvoeren is echt een verschrikking. De ene keer voor tuin 69 vond ik eigenlijk wel genoeg. Maar goed, met ons verstand op nul en blik op oneindig hebben wij het kunstje nog een keer herhaald.
Ik ben wel blij met wat wij bereikt hebben de afgelopen jaren. Het was hard werken en het is nog lang niet klaar. Van de buurvrouw en van mijn ouders heb ik veel planten gekregen. Verder heb ik veel gratis stenen via Marktplaats opgehaald. Allemaal verschillende partijtjes. Toen ik voldoende had, ben ik een patroon gaan verzinnen voor een pad en een terras. Zo lijkt het net alsof het toch bij elkaar hoort.
Wat de vereniging betreft, dat zijn wij nu eenmaal en wij moeten het met elkaar doen. Zeuren of elkaar afkraken heeft niet zoveel zin, je kunt er beter zelf wat aan doen. Ik help nu met de interviews voor de website en de Groene Blijdorper. Ik ben van nature niet iemand die makkelijk een praatje maakt, maar dit is best leuk, want zo leer ik veel mensen in het complex kennen. Iedereen heeft zijn/haar eigen verhaal. Wat me opvalt, is dat iedereen (tot nu toe) heel blij is met zijn/haar eigen tuintje.”
interview: maart 2007