Een groene tuin, met veel planten en struiken en weinig onderhoud? Ja dat kan! Met deze slimme tips van Lenie hou jij ook genoeg tijd over om te genieten van je tuin, terwijl je even niets hoeft te doen.
Planning:
Maak een inschatting van je beschikbare tijd en wat je met je tuin gaat doen. Een moestuin vraagt bijvoorbeeld veel tijd.
Maak een onderhoudsplan/agenda, bv wat je elke maand wil doen, en hou je eraan. Zo doe je elke keer een beetje en blijft er ook tijd over om op je tuin niets te doen.
Bekijk welke klussen je in de winter kan doen, zodat je in voorjaar/zomer tijd hebt voor andere dingen.
Maak het jezelf makkelijk:
Zorg dat de plantvakken goed bereikbaar zijn voor efficiënter onderhoud. Aan 1 kant te bereiken: 60 cm breed. Aan 2 kanten bereikbaar: 120 cm.
Let op de juiste lengte van de stelen van tuingereedschap, dat maakt het werken ermee makkelijker. Zorg dat snoeischaren voldoende scherp zijn.
Voorkom gesleep met groenafval.
Maak een takkenril om zo makkelijk van je snoeiafval af te komen.
Composteer op je eigen tuin.
Veel schaduw
Probeer planten die tegen (droge) schaduw kunnen. Als er niets wil groeien, gebruik dan een dikke mulchlaag van natuurlijk materiaal (schelpen of boomschors) of maak er een koele zithoek van.
Verharding
Ook tegels vragen onderhoud zoals het wieden van voegen. Hoe meer voegen, hoe meer werk. Dus gebruik grotere tegels ipv kleine bakstenen.
Zowel houten vlonders als stenen moeten vrij van mos en algen zijn om gladheid te voorkomen. Beperk het oppervlak hiervan en breng op het hout anti-slip-strips aan.
Beplanting:
Kies voor overblijvende planten ipv eenjarigen.
Polvormende planten zijn makkelijker in onderhoud, omdat ze elkaar minder verdringen dan planten met lange wortelstokken. Maak grote groepen en laat deze goed op elkaar aansluiten. Of kies voor langzame bodembedekkers. Scheelt in eenjarig onkruid.
Juiste plant op de juiste plaats vwb hoeveelheid licht en grondsoort. Dan hebben de planten minder zorg nodig en heb je er langer plezier van.
Koop planten op de plantenmarkt van VTV; deze hebben hun nut op ons complex bewezen en/of kies planten die hier van nature thuis horen en dus meer weerstand hebben.
Kies planten die (beter) tegen slakken kunnen. Zie de lijst op onze site.
Als planten het echt niet doen, dan niet gaan ‘pamperen’ maar verplaats ze naar een betere plek, of doe ze op je composthoop. Vervangen door wat wel werkt.
Kies struiken die niet of weinig te hoeven worden gesnoeid. Breng eronder bodembedekkers of een natuurlijke mulchlaag aan.
Gazon:
Een gazon vraagt veel onderhoud. Dit kan je beperken door er regelmatig een looppad in te maaien en de rest 1 of 2 keer per seizoen. Is ook beter voor het insectenleven.
Voorkom dat het gras de plantvakken in ‘wandelt’ door aan de rand van het gazon een afscheiding te maken. Om het maaien van de randen te vereenvoudigen kan je die afscheiding van tegels/stenen maken, exact op dezelfde hoogte als het gras. Zo kan er een wiel van de maaier over de stenen rijden en wordt het gras tot aan de rand gemaaid. Dit voorkomt dat je de randen met de hand moet knippen.
Neem ipv gras laagblijvende bodembedekkers met eventueel stapstenen erin. Scheelt in het maaien.
Bodem:
Hou de bodem gezond. Daarin groeien planten beter en hebben ze minder zorg nodig. Gebruik je eigen compost, of van de vereniging. Compost voegt humus toe en houdt vocht vast, dus minder gieten.
Zorg dat de grond bedekt blijft met beplanting e/o een natuurlijke mulchlaag. Dit voorkomt uitdrogen en houdt eenjarige onkruiden tegen.
Laat in de winter afgestorven plantendelen en bladeren liggen. Werk de resten in het voorjaar de grond in, dit voegt humus toe (composteren ter plekke) en maakt de grond los.
In het voorjaar gaat ook (eenjarig) onkruid groeien. Op dat moment 1x grondig wieden voorkomt later extra werk.
Wieden werkt beter dan schoffelen omdat je de wortels verwijdert en je voert (eventuele) zaden af. En je beschadigt niet onnodig planten die je wel wil behouden.
Mocht je toch gaan schoffelen, doe het dan op een droge dag en laat de resten ter plekke afsterven. Planten met zaden wel afvoeren.
Spitten is niet nodig. Het haalt voedselarme grond naar boven en brengt voedselrijke grond naar beneden. Beter is het om de grond los te maken met een (woel)riek zodat de grondlagen weinig verstoord worden. Scheelt ook rugklachten.
Wateroverlast? Maak er een natuurlijke vijver e/o gebruik oeverplanten. Het verbeteren van de tuingrond kan misschien ook helpen.
Meer weten? Kijk op onze site, zie de tips hieronder.
Nog meer weten?
https://appeltern.nl/nl/tuinadvies/tuinieren/77_tips_voor_een_onderhoudsvriendelijke_tuin/
Tekst: Lenie Lohstroh
Foto: Aliye van Pijkeren