Miljoenen vogels trekken of migreren elk jaar duizenden kilometers waarbij ze woestijnen, bergen, zeeën en stormen trotseren. Zelfs tweederde van onze vogelsoorten trekt. De bekendste en opvallendste trektochten zijn in het voor- en najaar. De laatste is massaler: meer vogels trekken in een korter tijdsbestek. De afstanden zijn lang: een ooievaar legt bijvoorbeeld zo’n 7000 kilometer af!

Trekvogels en standvogels
In de winter wordt het voor veel vogels moeilijker om voedsel te vinden. Insecten, spinnen en wormen kruipen diep weg. Gras en zaden kunnen onder een dik pak sneeuw liggen. Het wordt kouder en om warm te blijven moeten vogels juist extra veel eten. Er is ook minder tijd om te foerageren. Daarom trekken veel vogels voor de winter naar gebieden waar nog wel voldoende voedsel te vinden is. Deze vogels noemen we trekvogels. Sommige vogels broeden in ons land, maar zijn in de winter elders. Dit zijn onder andere de gierzwaluw, ooievaar, koekoek, fitis, tjiftjaf en verschillende roofvogels. Veel vogels die in Noord- en Oost-Europa broeden, komen juist bij ons overwinteren. Onder deze wintergasten zijn bijvoorbeeld veel ganzen, eenden, zwanen, kramsvogel en koperwiek.

Broedgebieden
Vogels die niet trekken en die het hele jaar zo’n beetje in de omgeving van hun broedgebieden te vinden zijn, noemen we standvogels. Het aantal soorten standvogels is niet zo groot. Een paar voorbeelden zijn koolmees, zwarte kraai, ekster, boomklever, specht, huismus, bos- en steenuil. Sommige vogels kom je het hele jaar door tegen maar hoeven niet allemaal standvogels te zijn. Zo zijn merel, vink, spreeuw en het roodborstje het hele jaar door te zien, maar een deel van deze vogels die in Nederland broeden, trekken in de herfst weg naar het zuiden of zuidwesten van Europa. Uit noordelijke landen komen dan andere soortgenoten naar Nederland om hier de winter door te brengen. De vogels die dicht bij hun broedgebieden blijven, kunnen in het voorjaar de beste broedplekken kiezen. Maar als de winter streng is, krijgen zij het moeilijk en zijn juist de vogels die naar het zuiden zijn gegaan in het voordeel. Trekvogels krijgen gemiddeld meer jongen dan standvogels wat het verlies van de reis compenseert.

Tijd om te vertrekken
Veel vogels komen in de rui nadat ze de jongen hebben grootgebracht. Na de ruiperiode eten de vogels zich zoveel mogelijk vol om een vetlaag aan te leggen. Kleine vogeltjes kunnen in gewicht verdubbelen en hun organen tijdelijk verschrompelen. Kleine zangvogeltjes vliegen op 1 gram vet wel 500 km. De biologische klok bepaalt wanneer ze vertrekken. De richting waarin ze moeten trekken is erfelijk bepaald, maar kan makkelijk muteren. De meeste vogels vliegen in etappes en eten tussendoor bij. Sommige vogels trekken overdag zoals piepers, vinken en kwikstaarten. De roodborst en zwartkop trekken ’s nachts. Ganzen, zwanen, koperwieken en kramsvogels trekken zowel overdag als ’s nachts. De afstand die vogels afleggen verschilt per soort en zelfs per individu, omdat bij verschillende populaties en leeftijdsgroepen het trekpatroon verschilt.

Verschillende navigatiemethoden
Trekkende vogels oriënteren zich op verschillende manieren. Oudere vogels maken ondermeer gebruik van landschapskenmerken als bergen, kustlijnen en rivieren. Ook zijn vogels gevoelig voor het aardmagnetisch veld. Ze bezitten een kleine hoeveelheid magnetietkristallen boven de neusgaten die worden aangetrokken door de magnetische banen. Uit experimenten is gebleken dat vogels zelfs op de zon en de sterren kunnen vliegen. Ze zien ook gepolariseerd licht waardoor ze de zon kunnen lokaliseren bij bewolkt weer. Als verdere hulpmiddelen bij het vinden van hun bestemming gebruiken vogels hun reuk en gehoor.

Vogels proberen tijdens de trek barrières zoveel mogelijk te vermijden. Barrières zijn onder andere bergketens, grote open wateren en woestijngebieden. Dit leidt er toe dat op sommige punten trekwegen bij elkaar komen zoals bij de Waddenzee, Gibraltar, Falsterbö en de Bosporus. Ideale plekken om de vogeltrek waar te nemen.

Boeken:
Vogeltrek – Bart Hageraats
Vogels over de vloer – Robert Burton

Websites:
Colfoort
Vogelbescherming
Natuurinformatie
Vogeltrackers

Hennie van Elderen