Kraaiende hanen zijn het niet die de tuinders op ons complex ’s morgens vroeg wakker doen schrikken. Het zijn fazanten die onder luid gekok hun voedsel zoeken rond zonsopgang. Als iemand ze nadert, vliegen ze vaak op het laatste moment op met een rauwe kreet.
Fazanten zijn oorspronkelijk geen West-Europese vogels. Ze kwamen voor van Georgië tot in Noord-Korea. De Romeinen waardeerden de vogel om zijn vlees en zorgden ervoor dat de soort zich over grote delen van Europa verspreidde. De groei van het Europese fazantenbestand vond vooral vanaf de 18e eeuw plaats ten behoeve van de plezierjacht. Grote aantallen werden gefokt en losgelaten wat een onnatuurlijk grote dichtheid tot gevolg had. Het uitzetten is nu in Nederland verboden, maar het gebeurt illegaal voor de jacht nog steeds. De in Nederland voorkomende fazant is een mix van verschillende ondersoorten en varianten die in het Aziatische broedgebied voorkomen. Fazanten vind je vooral in bosrijke omgevingen en halfopen landschap met bosjes, struwelen en akkerland. De mannetjes zijn prachtig gekleurd, terwijl de vrouwtjes goed gecamoufleerd zijn. Van oorsprong eten fazanten vooral plantaardig voedsel en in het voorjaar ook wel insecten. Hier eten ze ‘wat ze pakken kunnen’: planten, zaden, insecten, hagedissen, slakken, wormen en soms zelfs muizen.
In najaar en winter vormen fazanten groepjes op plekken met veel voedsel en dekking op slechts enkele honderden meters van de broedplaats. De wintergroepen vallen in het vroege voorjaar uiteen.
Het broedseizoen duurt van maart tot en met juni. De vogels leven in een haremstructuur waarbij een mannetje vaak meerdere vrouwtjes bevrucht. Het nest is op de grond tussen dicht struikgewas en de vrouwtjes broeden de 6 tot 15 eieren na gemiddeld 23 dagen uit. De jongen verlaten meteen na uitkomen het nest en volgen het vrouwtje en de andere jongen. Wel zoeken ze meteen hun eigen voedsel.
De fazantenhaan mag van 15 oktober tot en met 31 januari bejaagd worden en de fazantenhen van 15 oktober tot en met 31 december. De aantallen zijn de laatste jaren sterk afgenomen. Rond 1975 kwamen ze op de Veluwe en in andere bosachtige gebieden nog voor. Doordat het uitzetbeleid is afgebouwd, zijn de fazanten hier verdwenen als gevolg van predatie door vos en havik, en enkele strenge winters. De afname vlakt inmiddels af. De soort weet zich in verschillende delen van het land te handhaven, maar wel in lagere dichtheden dan weleer.
Bronnen:
Hennie van Elderen