Compost is waardevol materiaal voor de grond en dus voor de planten. Het is eenvoudig om het te maken. Daarom een pleidooi om te gaan composteren en de cursus in oktober te volgen.
Planten zijn opgebouwd uit een reeks mineralen, eiwitten, koolhydraten en nog andere stoffen. Deze stoffen worden voor een groot deel opgenomen uit de grond.
Onkruid en andere planten hebben hun hele leven van deze stoffen opgenomen. Als ze op de composthoop komen, gaan ze verteren. Slakken, wormen, pissebedden en veel andere beestjes werken mee aan dit verteringsproces.
Door het verteringsproces komen de kostbare stoffen dus weer beschikbaar voor andere planten in de tuin, zodra je de compost op je tuin verspreidt. Tuinplanten en groenten kunnen dan die stoffen weer gebruiken voor hun groeiproces. De cirkel is dan weer rond.
Het is belangrijk om goed verteerde, of rijpe, compost te gebruiken. Dit ziet eruit als aarde. De afzonderlijke plantendelen zijn geheel verteerd en niet meer te herkennen. Ook ruikt rijpe compost naar bosgrond. Het verteringsproces is afgerond en dus grotendeels tot stilstand gekomen.
Daarom zitten er ook geen wormen en slakken meer in, want voor hen is er niks meer te eten. Zij zoeken de nog onrijpe compost op.
Compost helpt ook om de structuur van onze kleiige grond te verbeteren. De grond wordt, als je er regelmatig compost doorheen mengt, steeds kruimeliger van. De grond is daardoor eenvoudiger te bewerken en de plantenwortels groeien er makkelijker doorheen. Ook droogt de grond minder snel uit waardoor je minder scheurvorming krijgt bij langer aanhoudende droogte.
Zelf composteren is eenvoudig en het bespaart moeite en tijd. Je hoeft het groenafval immers niet meer af te voeren. Als je eigen composthoop onvoldoende biedt, overweeg dan een tweede. Ook kan je gebruik maken van de gratis compost van de vereniging.
In oktober wordt er weer een cursus composteren gegeven. Als je wil weten hoe je composteren eenvoudig aanpakt, krijg je daar nuttige tips en aanwijzingen.
Hou de aankondiging in de gaten.
Veel wormen gewenst!
Lenie Lohstroh