“Wat mij nou zo heerlijk lijkt, is om ’s avonds op mijn fietsje te stappen en lekker naar mijn tuin te gaan om er te tuinieren en te slapen. Ik werk vaak thuis, en als ik niet uitkijk, doe ik dat van ’s morgens 9 tot ’s avonds 10. Ik tuinier thuis wel in potten, maar dat is toch niet hetzelfde als lekker je handen in de volle grond stoppen! Er is weinig wat zoveel voldoening geeft als het zien opkomen van zaadjes, het ruimte maken voor planten en het beschermen van planten. Daar kan ik enorm van genieten! Net als van vogels: ik hoor er op mijn tuin heel wat meer dan bij mij in de stad, al probeer ik daar met allerlei voedsel zoveel mogelijk soorten te lokken.
Niet slopen, wel bouwen
Ik kijk al 25 jaar uit naar een huis met een tuin. Toen ik mijn huidige, ruime woning vond, waarin ik ook nog een atelier kon herbergen – ik ben keramist en kleuradviseur voor gebouwen – besloot ik dat ik die tuin dan maar elders moest zoeken. Via een van mijn cursisten kwam ik op ‘Blijdorp’ terecht. Ik had al wel wat volkstuincomplexen bekeken, maar de keus was niet moeilijk: ik ken hier mensen en je hoort hier minder verkeerslawaai dan elders. Dat er af en toe een vliegtuig overkomt, hindert me niet zo. Aanvankelijk was mijn tuin helemaal niet te koop. Hij was erg verwaarloosd en er staat geen huisje op. Het bestuur wilde de tuin wat opknappen en een huisje neerzetten. Maar ik rook mijn kans: ik zou zelf een huisje kunnen bouwen! In mijn familie zitten allerlei mensen die van bouwen en inrichten weten en dat komt goed van pas. Net als ik dat in mijn woonhuis heb gedaan, wil ik hier graag vanaf nul beginnen. Ik hoef niks te slopen, alleen maar te bouwen.
Wilgenroosjes en kattenstaarten
Bovendien beviel de indeling van de tuin me goed: het fundament ligt op een goede plek, er is een grote vijver waar ik een moerasgebiedje naast kan maken met planten als wilgenroosjes en kattenstaarten en er is licht en lucht. Er hoeft niet zoveel uit, vooral veel erbij. Ik kijk wel tegen nogal wat brandnetels aan en iets te veel berenklauwen. Het gras moet plaats maken voor planten. Kwestie van stug doorwerken. De vijver wordt een plek voor waterplanten, kikkers en salamanders. Ik heb ervaring met een moestuin en groenten gaan hier ook zeker een plekje krijgen, maar ik verheug me er vooral op om wekelijks met een bos van allemaal verschillende bloemen naar huis te gaan.
Waterdruppeltent
Mijn eerste idee was dat ik twee aan elkaar geschakelde wegwerkershuisjes op de tuin zou neerzetten. Je weet wel: zo’n keet met een bol dakje, maar die voldoen niet aan de eisen van het complex. Je mag niet iets neerzetten wat mobiel is. Zelfs niet een keet zonder wielen. Een ander idee was een tent in de vorm van een waterdruppel die je in een boom hangt, naar het ontwerp van Dré Wapenaar, die ook een tuin op ‘Blijdorp’ heeft. Maar dat mag ook niet. Het zou leuk zijn als die regels een keer veranderden. Wat zou je niet allemaal voor mooie en spannende woonvormen voor een volkstuin kunnen bedenken!? Dat wordt nòg leuker wandelen hier!
Modulenhuisje
Mijn volgende gedachte was: kan ik een formule voor een huisje verzinnen dat in een bepaalde oplage gemaakt kan worden? Als ‘Blijdorp’ al 75 jaar bestaat, zijn er vast wel meer huisjes aan vervanging toe. Dat zou ook mijn kosten drukken. Mijn vader, die architect is, heeft de opdracht mee naar huis genomen om een modulenhuisje te maken. En dat vond hij nog knap lastig, want hij is gewend aan grootstedelijke projecten. Voordat het plan voor een modulenhuisje opkwam had hij een tekening gemaakt voor een huisje dat voor een deel in de grond verzonken is, dan kan ik boven slapen. Met een luikje in het dak, zodat ik vanuit mijn bed lekker het zonnetje kan zien opkomen. Ik heb ook een visioen van een huisje met een bed dat je omhoog of omlaag kunt takelen, zoals je vroeger daken van hooibergen op en neer kon bewegen, al naar gelang de hoeveelheid hooi. Dat kun je vast wel in een modulenhuisje realiseren.
Het basisplan ziet er nu zo uit dat er in het midden van de buitenmuren een constructie zit waarin je de panelen die de hoeken vormen, kunt laten verdwijnen; je schuift ze vòòr de muren. Ook een idee van Dré Wapenaar! Dan kun je ’s morgens de hoek op het oosten openschuiven en ’s avonds die op het westen. Bij mij kan die punt op het oosten vergroot worden met een terrasje dat voor een deel boven de vijver hangt. Dan krijg je nog extra licht van het water. En daar zit ik dan, aan de ochtendkoffie nippend. Dat zal er toch wel een keertje van komen, mag ik hopen…
Weven met de tuin
Mijn vader wil graag dat er een leeshoekje in het huisje komt, maar ik voorzie dat ik op die plek mijn weefgetouw neerzet. Komt dat eindelijk eens onder mijn bed vandaan. Ik wil met de grassen en het riet gaan weven, daar schermen van maken, of een afdak dat het licht filtert. Bij al het werk dat ik doe moeten de dingen door mijn handen gaan, zo benader ik de wereld en zo werk ik, heel tactiel.
Een paar mensen uit mijn omgeving gaan een offerte maken voor de bouw van het ontwerp zodra dat klaar is. Zij kunnen mettertijd de huisjes in panelen gaan produceren. Dat maakt de aanvoer ervan redelijk gemakkelijk en je kunt je huisje meenemen, als dat nodig is. Ik ga voorlopig bij bevriende volkstuinders naar de wc. Op mijn eigen tuin heb ik alleen een parasol en een thermoskan….
Komkommernorm
Als keramist maak ik op dit moment ‘groentencomposities’ van porselein. Het begint met gipsafdrukken van komkommers, aubergines of van elementen daarvan. Maar niet van die vruchten die voldoen aan de ‘komkommernorm’! Die houdt in dat een komkommer maar een heel kleine kromming mag hebben, anders passen er niet genoeg in de kratten en wordt het vervoer te duur.
Op mijn tuin hoop ik ook op vruchten met exotische vormen. Maar of ik die kan inzenden voor de herfsttentoonstelling van ‘Blijdorp’….? Op Sicilië heb ik zaad gekocht van een soort courgettes die wel een meter lang worden. Die moeten wel in een kas, die wil ik ook. Ik ben benieuwd of ik daar nog ruimte voor heb, want die 26 verschillende bloemen gaan voor!”
Interview voorjaar 2009