“Ik heb heel bewust voor dit volkstuincomplex gekozen in januari 2008. Ik heb allerlei complexen gezien en daar met mensen gesproken, maar dit complex sprak mij het meeste aan. Het is hier rustig, er is (nog) geen stroom, de mensen zijn rustig en aardig. Je krijgt hier helemaal geen campinggevoel, wat je op andere complexen soms wel hebt. Je voelt hier helemaal geen druk, b.v. dat je in de gaten gehouden wordt of moreel verplicht bent om aan activiteiten mee te doen.
Ik vind het wel leuk dat wij als leden samen verantwoordelijk zijn voor het complex als geheel. Volgens mij is het niet goed om het onderhoud uit te besteden, dan krijg je een klagerige sfeer. Dan hebben mensen b.v. opmerkingen over het pad en geven een ander de schuld. Maar nu weet je dat je het zelf moet doen, dus is het ook jouw verantwoordelijkheid.
Wij hebben de tuin genomen voor de moestuin, daaraan besteden wij driekwart van de tuin. Ik vind het vooral leuk om te doen en te zien. Voor het geld hoef je het niet te doen, zeker niet als je jonge plantjes koopt zoals ik. Ik ben wel heel benieuwd of eten uit eigen moestuin ook lekkerder smaakt. Ik ben wel eens moestuinjuf geweest, maar toen mochten natuurlijk de kinderen alles meenemen. Wij zijn hier op woensdag en zaterdag, en als wij net jonge plantjes gepoot hebben, komen wij elke dag om water te geven. En als het mooi weer is, eten wij hier, alleen of met vrienden. Ik vind het wel fijn dat wij het eerste jaar geen werkbeurten hoeven te doen. Er is nu veel werk in onze eigen tuin en daar hebben wij nu de tijd voor. Ik word echt blij van het wroeten in de aarde.”
interview: juni 2008