Op de ALV in het najaar van 2018 zijn de leden akkoord gegaan met het principe van een maximum overdrachtsprijs voor tuinhuisjes. Op de ALV van juni 2020 hebben we gestemd over de hoogte van deze maximale overdrachtsprijs. Over de stemwijze en de uitkomst kwamen bezwaren. Het bestuur vindt deze bezwaren terecht en wil daarom de stemming op de komende ALV overdoen.
Waarom en waarover stemmen we? De voorgeschiedenis
Zoals gezegd is in 2018 besloten dat we de overdrachtsprijs van een tuinhuisje aan een maximum willen binden. De reden daarvoor is dat wij het karakter van de vereniging willen behouden. We zijn een tuinvereniging die voor een brede en diverse groep toegankelijk is en dat willen we zo houden. De tuinhuisjes op het complex hebben een maximale maat en zijn mede daardoor bescheiden. De verkoop van de tuinhuisjes loopt via het bestuur en de taxatiecommissie bepaalt de waarde.
Als manier om de stijgende prijs van de tuinhuisjes binnen de perken te houden hebben we gekozen voor de maximum overdrachtsprijs bij vertrek en verkoop. Het gaat bij dit maximum alleen om de waardering van het tuinhuis, niet om de waarde van tuin en andere bouwwerken, die zullen gewoon volgens de taxatieprijs worden overgedragen.
Binnen dit te bepalen maximum is er nog altijd voldoende ruimte om te kiezen voor basale eenvoud of meer comfort en duurzaamheid bij bouw of verbouw van een tuinhuis. Door de maximale overdrachtsprijs in te voeren weet elk lid dat wil bouwen of verbouwen van tevoren waar zij of hij aan toe is. Zelfbouw, meewerken of uitbesteden en de mate van duurzaamheid en comfort kunnen worden afgestemd op dit maximum. Het staat iedereen uiteraard vrij om duurder te bouwen, tenslotte bouw je voor je eigen wensen en uitgaande van jarenlang plezier op deze tuin. Wel hopen we zo te voorkomen dat mensen hun tuinhuis zien als een belegging waarmee ze kunnen speculeren op winst, waardoor de vereniging minder toegankelijk zou worden voor een brede groep geïnteresseerden.
In het nieuwe huishoudelijk reglement komt te staan dat we de hoogte van de maximale overdrachtsprijs voor tuinhuisjes elke drie jaar op de ALV beslissen, zoals besloten in de ALV van 2018. De bepaling van dit maximum moet gebaseerd zijn op kennis en ervaring over materialen, de bouw en actuele prijzen. Een deskundig voorstel zal daarom aan de ALV worden voorgelegd.
De vorige stemming in juli 2020
Na rondvraag bij een grote groep leden met expertise en/of (recente) ervaring met bouwen en verbouwen heeft het bestuur voorgesteld het maximum op 15.000 euro te zetten.
Voorafgaand aan de vorige vergadering kwam er een tegenvoorstel voor 20.000 euro. Tijdens de vergadering werd een alternatief voorstel van 30.000 euro ingebracht waarop ook gestemd kon worden.
Het voorstel van het bestuur van 15.000 euro werd heel nipt gekozen en als uitslag gepresenteerd. Een terecht bezwaar is echter dat de twee andere opties gezamenlijk net iets meer stemmen hadden, er waren dus meer geldige stemmen voor een hoger bedrag dan 15000.
Daartegenover staat dat een aantal leden hebben nog andere bedragen hadden ingevuld op de open plek, wat niet de bedoeling was.
Terugkijkend moeten we concluderen dat deze werkwijze tijdens de vergadering voor onduidelijkheid heeft gezorgd. Het bestuur wil de stemming daarom overdoen. Zo voorkomen we dat leden zich bedrogen voelen. We willen een ondubbelzinnige uitslag.
Hoe stemmen we deze keer?
Uit gesprekken met de kenners weten we dus dat ook voor een lager bedrag dan 15.000 euro weliswaar iets moois te bouwen is, maar dat het niet reëel is om dat als maximum overdrachtsprijs te stellen. We hebben de vorige stemming gezien dat er slechts enkele stemmen waren voor de optie van 30.000 euro.
We beperken dit keer de keuze tot twee voorstellen te weten het bedrag van 15.000 euro en het bedrag van 20.000 euro.
We benadrukken nogmaals dat dit maximum voor drie jaar zal gelden.