Mulchen betekent dat je de bodem van je tuin bedekt met organisch materiaal. In de natuur gebeurt dat vanzelf. Daar zijn geen ijverige tuinders die uitgebloeide bloemen en dode takken verwijderen. Die vallen daar uiteindelijk vanzelf op de grond en worden dan door allerlei bodemdieren, bacteriën en schimmels afgebroken.
Onze volkstuinen zijn geen natuurlijk gebied, dus ingrijpen is wel noodzakelijk. Door eigenhandig te mulchen hergebruik je de organische materialen die aan de grond onttrokken zijn, stimuleer je het bodemleven en draag je dus bij aan een natuurlijke kringloop in je tuin. Om te mulchen kun je gewoon de plantenresten gebruiken die de tuin zelf produceert. Het hele jaar door.

Mulchen

Waarom zou je mulchen?
Oftewel, waarom zou je afgeknipte plantenresten weer teruggooien in de tuin? Dat ziet er toch niet uit? Omdat dit het beste is voor je tuinbodem. Wormen, pissebedden, miljoenpoten en andere organismen zijn 24 uur per dag in touw om al het dode organische materiaal af te breken. Met het omzetten leveren zij weer nieuwe voedingsstoffen en door al hun gekrioel spitten zij de bodem om en maken die luchtig en humusrijk. Bacteriën en schimmels die ook meehelpen, leveren tevens een goede bijdrage. Zij remmen de groei van parasitaire schimmels en helpen bij het voorkomen van plantenziekten. Al dit bodemleven creëert dus een prima plek voor je mooie planten en een vochthoudende, luchtige grond waarin overtollig water (dat kennen wij) goed kan verdwijnen.
Door te mulchen zorg je er ook voor dat de bodem vochtig blijft omdat die afgedekt is, dat de planten niet zo te lijden hebben van temperatuursverschillen of uitdrogende wind, dat er meer humus (organisch afval) in de bodem terecht komt, doordat o.a. de wormen dat naar beneden trekken en het remt de groei van onkruid. Je zult verbaasd zijn hoe snel de neergegooide plantenresten zijn omgezet tot mooie, zwarte aarde.

Mulchen doe je met plantenresten
Grasmaaisel: Leg een laag van ca. 2 cm. grasmaaisel tussen stevige planten en struiken. Als het bodemleven na een jaar op gang gekomen is, kun je de laag wel wat dikker maken.

Dode stengels: Verknip in de winter of het vroege voorjaar de afgestorven stengels van planten met een heggeschaar in kleine stukjes en laat ze op en rondom de plant vallen. Binnen een paar maanden zie je er niets meer van.

Bladeren: Hark in het najaar de bladeren op het pad bij elkaar en gooi ze onder struiken die houden van een zure bodem (zoals rodondendron en azalea).

Compost: Ook wel het zwarte goud genoemd. Compost bestaat uit plantenresten die circa een jaar lang de tijd hebben gehad om te verteren, bijvoorbeeld in een compostbak. Goede compost is zwart, voelt aan als mooie, korrelige tuinaarde en ruikt naar bosgrond. Compost kun je overal in de tuin verspreiden. Vrijwel alle planten zullen je dankbaar zijn.

Houtsnippers: Met een laag van 5 cm ben je verzekerd van een onkruidvrij stuk voor zeker een jaar. Maar wees met houtsnippers wel voorzichtig. De vertering van houtsnippers onttrekt stikstof aan de grond. Stikstof die ook nodig is voor plantengroei. Gooi ze dus niet ergens waar je die leuke eenjarigen ook gaat neerzetten, want die zullen verpieteren. Meng houtsnippers ook nooit door de grond, daarmee bereik je geen voordeel (waarschijnlijk wel nadeel). Realiseer je ook dat hout ondermeer afgebroken wordt door schimmels en dat er dus paddenstoelen kunnen gaan groeien. Prima als je dat leuk vindt, maar je loopt ook het risico op minder gunstige paddenstoelen (een honingzwam kan een boom vellen). Houtsnippers zijn natuurlijk uitermate geschikt voor paadjes waar toch niets hoeft te groeien. Om echt verzekerd te zijn van een onkruidvrij paadje, kun je een laag kranten of karton onder de houtsnippers leggen. Dat is na een jaar verteerd, maar ondertussen is er geen onkruidje dat daar doorheen komt.

Ander plantenmateriaal: De echte kringloopfreak gooit niets weg, brengt niets naar het milieupark, maar verwerkt alles in de eigen tuin. Gesnoeide takken worden klein geknipt en op een paadje gebruikt. Grote takken worden decoratief bij elkaar gelegd, waarna er na ongeveer een jaar allerlei paddenstoelen (zoals elfenbankjes) op groeien of ze worden gehakseld. Uitgebloeide bloemen en planten die het veld moeten ruimen worden klein gemaakt en verdwijnen in de compostbak. Alleen planten of bladeren met ziekten (zoals roest en meeldauw) of wortels van hardnekkige onkruiden (heermoes, zevenblad, haagwinde) verdwijnen in de vuilcontainer.

Mulchen is een weldaad voor de tuin. Maar overdaad schaadt. Mulch dus met beleid en stem de dikte van de laag en het type mulch af op het stukje tuin dat je onderhanden neemt. En als je eenmaal start met mulchen kun je spitten en schoffelen ook wel achterwege laten. Je wilt immers die hardwerkende wormen, pissebedden en miljoenpoten niet telkens doormidden hakken. Met de hand wieden is dan de beste oplossing.