De tuin staat weer volop in de belangstelling, niet alleen als idyllische plek om je terug te trekken, maar ook als proeftuin voor nieuwe ideeën en experimenten rond biodiversiteit, sociale rechtvaardigheid en een duurzame toekomst.
Hennie bracht onlangs een bezoekje aan de tentoonstelling ‘Tuinen van de toekomst ‘ in het Nieuwe Instituut.
In Het Nieuwe Instituut was tot half april dit jaar de tentoonstelling Tuinen van de toekomst te zien. Volgens de informatie is het een tentoonstelling over de geschiedenis en toekomst van de moderne tuin. Ik ben benieuwd wat de tentoonstelling hierover te vertellen heeft.
De wereld als tuin
De tuin staat weer volop in de belangstelling, niet alleen als idyllische plek om je terug te trekken, maar ook als proeftuin voor nieuwe ideeën en experimenten rond biodiversiteit, sociale rechtvaardigheid en een duurzame toekomst.
In de tentoonstelling wordt de vraag gesteld: Wat als we onze omgeving zouden opvatten als een plek om te cultiveren, te onderhouden en die we een bepaalde mate van zelfbeschikking zouden geven? Planten en dieren sterven heden ten dage massaal uit door toedoen van de mens en het milieu wordt verwoest. Het lijkt niet langer houdbaar om de tuin te zien als toevluchtsoord voor alleen ons mensen. Het zou moeten plaatsmaken voor het idee van een tuin die verweven is met onze steden en gemeenschappen, en die eerlijke ecologische ruimtes creëert voor mensen, planten en dieren.
Politiek en commercie
Tuinen zijn lang niet altijd een weerspiegeling van onze persoonlijke voorkeuren of drijfveren. Ze worden ook gevormd onder invloed van politieke en commerciële belangen. Dit wordt duidelijk in kwesties als wie een tuin bezit, hoeveel ruimte er is voor tuinen in stedelijke gebieden. Neem de koloniale handel waardoor we in de 19de eeuw kennis maakten met tropische planten, of de (moes)tuin als vorm van zelfvoorziening en voedselzekerheid in tijden van oorlog en schaarste. De tentoonstelling laat ook zien hoe onze smaak beïnvloed wordt door de mooie beloften van fabrikanten van tuingereedschap, kunstmest en terrasmeubilair.
In de tentoonstelling zie je tuinen van ontwerpers en kunstenaars als Roberto Burle Marx, Jamaica Kincaid, Mien Ruys, Piet Oudolf en Derek Jarman. Ook is er aandacht voor Weleda en
Cruydt-Hoeck Wildeplantenzaden. Op een tafel staat een pot met een Rotterdams zadenmengsel., die helaas niet te koop is in het instituut en op internet.
Nederlandse editie
Als Garden Futures was de tentoonstelling eerder te zien in het Vitra Design Museum in de Duitse plaats Weil am Rhein. De tentoonstelling is hier aangevuld met werken uit het archief van tuin- en landschapsontwerper Michael van Gessel. Ook zijn er verschillende Rotterdamse voorbeelden opgenomen met name van de wijk Vreewijk, getijdenpark Eiland van Brienenoord, de door vrijwilligers onderhouden Wijktuin Ommoord, Hofbogenpark en de Nieuwe Tuin. De Nieuwe Tuin is in het voorjaar van 2015 aangelegd op het de buitenterrein van Het Nieuwe Instituut door ontwerper Frank Bruggeman en ecologisch hovenier Hans Engelbrecht. Hun ontwerp is een pleidooi voor een stedelijk groenbeheer op ecologische basis met ruimte voor verwildering. Frans Bruggeman en Peter Zwaal houden sinds 2022 bij wat ze hier aantreffen en meemaken.
Duurzame tuinen
Tegenwoordig wordt de tuin steeds vaker gezien als onderdeel van een ecologisch systeem in plaats van een afgebakend stukje grond. Dat leidt tot tal van experimenten met alternatieve, duurzame tuinconcepten zoals wintertuinen, verticale bossen, gemeenschapstuinen en drijvende tuinen. De tentoonstelling toont diverse interessante voorbeelden:
Het Voedselbos wordt tegenwoordig gezien als de toekomst van tuinieren. Het wordt toegeschreven aan de Engelse tuindeskundige Robert Hart. Hij voedde zijn broer en zichzelf met de opbrengsten van een bio-bos van 600 vierkante meter. Deze manier is minder bewerkelijk dan de reguliere land- en tuinbouw, zorgt voor een grotere soortenrijkdom en is klimaatbestendig.
Stadsboerderij Green City Force in New York is een sociale onderneming die jongvolwassenen uit achtergestelde gemeenschappen lesgeeft in tuinieren en stadslandbouw. Hiermee gaat het bedrijf de voedselonzekerheid en stedelijke klimaatuitdagingen te lijf.
De Great Green Wall Gardens werd in 2007 in het leven geroepen om de Sahel- en de Sahara-regio te vergroenen en het uitbreiden van de woestijn te voorkomen. De omliggende landen gebruiken elk verschillende manieren om dit te bereiken. In de Tolou-Keur tuinen in Senegal zijn circulaire voedselbossen ontworpen om vocht vast te houden.
Ook kan tuinieren een manier zijn om een gewelddadig verleden te verwerken zoals in Congo bij CATPC. Lokale boeren hebben daar een kunstkring op een voormalige plantage. Met de cacao die er verbouwd wordt, maken zij sculpturen voor de wereldwijde kunstmarkt.
De ‘ eetbare’ woonwijk Rijnvliet is de eerste stadswijk van de gemeente Utrecht waarin de openbare ruimte een integraal stedelijk voedselbos heeft met eetbare heggen en bermen.
In de energie neutrale plantenkas Power Plant onderzoekt de Marjan van Aubel Studio de mogelijkheid om met zonlicht voedsel te produceren om twee van de grootste problemen van onze tijd op te lossen: het voedsel- en het energievraagstuk.
De talrijke kerkbossen van Ethiopië zijn restanten van de bosrijke hooglanden van dat land. Het zijn nu oases van biodiversiteit en afhankelijk van de priesters die hun kerktuinen onderhouden. De tuinen moeten ommuurd worden om ze te beschermen tegen verdere ontbossing.
Bewoners van Tokio hebben maar zo’n 9 vierkante meter groen ter beschikking. Zelfs in de kleinste hoekjes staan potten en bakken met mini-tuintjes.
Ondergronds wateropslagsysteem
Na het bezoek van de tentoonstelling kom ik tot de conclusie dat er tal van tuinen van de toekomst zijn en in ontwikkeling is. Als ik naar huis loop, zie ik een bord staan met informatie over een wateropslagsysteem. Rond het Nieuwe instituut is een bijzonder ondergronds wateropslagsysteem aangelegd. Bij regenval stroomt het regenwater uit de omgeving van het Museumpark via een apart regenwaterriool naar de vijvers voor Het Nieuwe Instituut. Wordt het waterpeil te hoog dan wordt het overtollige water weggepompt naar een zandlaag in de bodem. Daar ontstaat een waterbel. Als het waterpeil daalt, wordt het water weer naar boven gepompt.
Bron: https://nieuweinstituut.nl/projects/tuinen-van-de-toekomst
Artikel en foto’s: Hennie van Elderen
