Deze vaste plant is een ondersoort van de inheemse Gele dovenetel (uit Oost en Zuid-Nederland) die geen zilvergevlekte bladeren heeft. Ze groeien snel alle kanten op, oftewel woekeren nogal, door middel van hun lange liggende stengels die overal wortel schieten. Als bodembedekker misschien handig, maar de snelle groeiers overgroeien andere planten en zo wordt het een monocultuur.
Op zich zijn het mooie planten met fraaie gele lipbloemen in april. En ook nog eens aantrekkelijk voor hommels en bijen. Maar er zijn nog zoveel andere mooie bodembedekkers. In de Bostuin staan ze volop, maar ook daar houden we ze wel in toom. Ze mogen niet overal staan.
Verwijdering kan door middel van handmatig uittrekken en dit volhouden. Verwijderde planten mogen niet in de natuur worden gedumpt, want het is een invasieve exoot.
Foto door Teun Spaans op Wikimedia.