Afgelopen najaar is er een cursus composteren georganiseerd door de tuincommissie. We waren met 7 tuinders, ook mensen van buiten het complex deden mee. We kregen een hand-out over verschillende manieren composteren: van 3 compost bakken tot 1 composthoop, die je 3 à 4 jaar kunt laten liggen.
Belangrijk bij het composteren is bv. een goed evenwicht tussen groen afval (groente, fruit, gras, plantenresten) en bruin afval (takjes, dood blad, dode stengels). Dit zorgt voor de juiste hoeveelheid lucht, vocht en warmte. Als je je hand in de composthoop steekt, kun je de warmte (verbranding) voelen.
Composteren lijkt veel werk, maar het meeste werk doen wormen, springstaarten, bacteriën en schimmels. Het resultaat is: je hebt goud voor je tuin. Je weet wat je hebt, je hoeft niet met tuinafval te slepen, en geen grond en mest te kopen, die vaak snel weer verdwijnt, die bovendien dikwijls turf bevat uit kwetsbare veengebieden.
In de pauze konden we zien hoe Coen (tuin 17) te werk gaat met zijn compostbakken. De bakken hebben uitneembare latten, zodat je goed kan scheppen. Lenie demonstreerde hier de beluchtingsstok. Hiermee breng je zuurstof in het materiaal en versnel je het composteringsproces. De stok is ook te gebruiken om gaten in de grond te maken om planten te zetten. Hij is te koop in onze tuinwinkel.
We namen ook nog een kijkje bij Mimi en Emile (tuin 150). Zij werken met wormenhotels. Emile vertelde hierover o.a.: geen vet in de composthoop, anders gaat de huid van de worm dichtzitten en kan de worm niet ademen. Emile en Mimi hebben 3 grote compost bakken, want ze hebben een grote tuin. Het is belangrijk om af en toe water toe te voegen. We kregen een hand-out en een flesje wormen urine met het stickertje: niet drinkbaar.
Na afloop keurden we elkaars compost monsters. Ook hier viel weer veel van te leren.
Jeannette Ambachtsheer