De buxus is een geliefde plant bij heel wat tuiniers. Veel buxusplanten betekent het ideale buffet voor de buxusmot. Dit uit Azië afkomstige beestje heeft op dit moment nog geen natuurlijke vijanden en kan daarom enorm oprukken in ons land. De rupsen van deze mot zijn in staat om in korte tijd alle buxusplanten aan te tasten.
Hoe herken je de buxusmot
De buxusmot is een nachtvlindertje die alleen de buxus als waardplant heeft. De mot overwintert als jonge rups. Zodra de temperatuur in het voorjaar boven de tien graden komt, worden de rupsen actief en gaan ze aan de buxus vreten. De vlinders verschijnen in april en mei. De vleugels zijn wit met een donkerbruine rand. Ze leven ongeveer acht dagen en zetten hun eitjes in kleine groepjes af op de onderkant van het blad. De jonge rupsen zijn vuilgeel en krijgen bruine lengtestrepen. Al snel beginnen ze bladeren aan elkaar te spinnen. Volgroeide rupsen zijn felgroen met een zwarte kop en zijn zo’n 4 cm groot. Ze hebben nu zwarte stippen met lichte en zwarte lengtestrepen. De pop is lichtgroen tot bruin en zit in een dicht spinsel tussen de samen gesponnen bladeren.
De rupsen kun je het hele jaar door op je buxusplanten aantreffen, vlinders en poppen enkel in korte periodes tussen april en september. Gedurende het hele groeiseizoen zijn er dus rupsen aanwezig die de buxus volledig kaal kunnen vreten. De plant krijgt daardoor geen kans om te herstellen en zal uiteindelijk afsterven. Op dit moment heeft tachtig procent van de buxusbezitters al last van de buxusrups.
Hoe kom je er van af
De meest milieuvriendelijke bestrijding is de rupsen en poppen met de hand verwijderen. Je kunt de schade beperken door de buxus in april of mei te controleren en de eventueel aanwezige rupsen weg te nemen. Daarmee voorkom je de toename van de populatie in de zomer. Kijk of er aangevreten of aan elkaar gesponnen takjes zijn met uitwerpselen erin. Meestal vind je daar vlakbij de groen met zwarte rupsen, die uiteindelijk zo’n 4 cm lang worden. Voer aangetaste plantendelen en levende rupsen altijd af in een goed gesloten zak. Gooi ze dus niet levend in je compostcontainer omdat ze dan kunnen ontsnappen. Verdere schade van de buxusmot kun je tegengaan door de buxus regelmatig te controleren en zo nodig de rupsen te verwijderen tijdens de zomer en herfst. De spinsels kun je wegknippen. Zwaar aangetaste planten graaf je het best uit of knip ze bij de grond af en voer deze onmiddellijk in een afgesloten zak of container af.
Biologische bestrijding
Tot nu toe zijn er nog maar een paar biologische bestrijdingsmiddelen tegen de buxusmot zonder neveneffecten voor ander tuinleven. Gebruik geen insecticiden en ook wordt Conserve®Garden ten zeerste afgeraden. De beste middelen tot nu toe zijn aaltjes en feromoonvallen. De aaltjes of nematoden spuit je op de aangetaste planten vanaf dat de larven aanwezig bij een dagtemperatuur van 14°C. Het is een contactmiddel dus je moet de rups goed raken. Aangeraden wordt de behandeling zo’n vijf keer in het begin te herhalen.
Een feromoonval bevat het vrouwelijk seksferomoon van de buxusmot waardoor mannelijke motten worden aangetrokken. Voor de vluchten van de buxusmot begonnen zijn, hang je de feromoonval op en kan je de mannetjes wegvangen voor ze de aanwezige wijfjes bevrucht hebben. Geen eitjes betekent ook geen rupsen. Als er te veel buxusmotten zijn op een kleine oppervlakte ruiken de mannelijke motten ook echte vrouwelijke motten en hebben ze de keus. Zo worden er nog steeds vrouwtjes bevrucht en blijft je schade ondervinden. Zoals bij alle feromoonvallen, moet je dit verschillende jaren volhouden om de populatie weg te vangen.
De buxusmot heeft hier nog geen natuurlijke vijanden. Wel ontdekken steeds meer dieren de rupsen en poppen. Zo zijn er al kauwen en eksters gezien die een feestmaal aanrichtten in een buxushaag en ook koolmezen hebben de rupsen en poppen inmiddels ontdekt. Bovendien zijn alternatieve planten te vinden voor de buxus die gesnoeid kunnen worden.Tot slot
Bronnen:
www.vlinderstichting.nl/buxusmot/
www.knnv.nl/sites/www.knnv.nl/…/Buxusmot_artikelkrant_aug2010.doc.pdf
Hennie, tuin 68