Een boom die iedereen opvalt die over ons complex loopt is de metasequoia (Metasequoia glyptostroboides). Of beter de metasequioa’s, want het zijn er vele. Deze boom heet ook wel de watercipres. Niet te verwarren, alhoewel ze veel op elkaar lijken, met de moerascipres (de Taxodium distichum).
De watercipressen zijn vermoedelijk in de jaren-50 aangeplant. Waarschijnlijk zijn er kleine boompjes uitgedeeld en door tuinders zelf in de tuin gezet. Sommige staan dicht bij elkaar, zoals op tuin 132 langs het Wilgenlaantje.
Een levend fossiel
De watercipres houdt, zoals zijn naam al doet vermoeden, van water. Met zijn diepe wortels kan hij flink door de venige grond steken en vaste grond onder de voeten krijgen. Daarnaast heeft hij veel brede oppervlaktewortels die water opzuigen. Maar ook op drogere grond groeit hij goed. Ondanks dat het een naaldboom is laat hij ’s winters, na een donkerrode herfsttooi zijn naalden vallen. De watercipres is een zeer oude boomsoort, een levend fossiel, waarvan lang werd gedacht dat hij was uitgestorven. Pas in 1948 ontdekte men dat de boom nog bestond, toen een Chinese houthakker de hem onbekende soort vond in een afgelegen streek in Zuidwest China. Daarna heeft de boom een snelle opmars gemaakt. Er werden stekken gestuurd naar vele arboreta in de wereld. Van daaruit werden jonge bomen uitgedeeld en zo zijn ze ook in VTV Blijdorp terechtgekomen.
Eigenschappen
De watercipres is een zeer geschikte boom voor de moerassige polder. Hij neemt veel water op in korte tijd, wat onze drassige tuinen vooral in natte periodes wel kunnen waarderen. De watercipres is winterhard en houdt van koele zomers met veel neerslag en heeft geen last van ziektes. Hij groeit snel en kan 35 tot 45 meter hoog worden. Door zijn rijke bezetting met naalden levert de boom ook een goede bijdrage aan de opname van fijn stof en daarmee aan schone lucht.
De schors is grijs-roodbruin met zachte en vezelige lengtegroeven die afschilferen. Ook tijdens de winter is het een aantrekkelijke boom door de oranjerode kleur van de twijgen. De takjes zijn tegenoverstaand. Het spinthout van de metasequioa is geelachtig wit en het kernhout bruin tot paarsrood. Het hout heeft vergelijkbare eigenschappen als ander naaldhout zoals grenen.
Voor zover bekend staat de dikste metasequoia van Nederland in park Kalheupink in Oldenzaal.
Deze boom heeft een omtrek van 5 meter en is nu 22 meter hoog.
Ze zijn relatief moeilijk te kweken vanuit zaad, maar wel heel makkelijk te stekken. Snij enkele takjes af van een metasequoia in de buurt en gewoon in potgrond steken. Als je de potgrond vochtig en warm genoeg houdt, wortelen de takjes vanzelf.