Bij rondvraag naar een bijzonder huisje kreeg ik te horen dat ik bij Johan en Yvonne moest zijn (nu nummer 135, eerst 38). Meteen in de kantine op hen afgestapt en een afspraak gemaakt. Ik was benieuwd, want ik had het niet zelf uitgekozen.
Tot mijn verbazing bleek het naast het onder architectuur gebouwde tuinhuis van Arja Hoogstad te staan(37/133)… het was ‘t steenstriphuisje! Johan had me namelijk een paar jaar geleden toen ik aan het kijken was of Arja thuis was voor een interview, uitgenodigd om over zijn huisje te schrijven. Maar ja, steenstrips zijn niet mijn smaak. Nu kwam het er onbedoeld toch van. Een grappige samenloop van omstandigheden dus. Ik was benieuwd waarom anderen het zo bijzonder vonden.
Van buiten ziet het er leuk uit, met halverwege die driehoekige dakkapel. Dan de deur door in het midden en meteen sta je in de kamer. Wat gezellig hier, sfeervol met alle wanden mooi lichtgeel (zelf geverfd) en zachtgele bijpassende rolgordijnen (ook zelf gedaan). Mooie comfortabele leunstoelen, rieten zitting, kussens. In de hoek tafel, stoelen, veel ruimte. Smaakvol ingericht.
En gedurende ons gesprek ontdekte ik het bijzondere van dit huisje: GEVOEL. En dat dan bij de bewoners, daarom laat ik hen aan het woord:
Yvonne: “Vanaf 1974 hadden we hier op de volkstuin een tuin met huisje. We hadden vooraan een huisje, iedereen daar moest weg. Wij niet, dachten we. Toen moesten we uiteindelijk toch ook weg. Iedereen had van de gemeente geld gekregen om elders op de tuin iets te kopen. Wij waren dus een van de laatsten en kregen het idee dat de pot van de Gemeente op was, want wij kregen maar 4000 euro. Het heeft twee jaar geduurd voordat iemand van het bestuur er wat bijkreeg voor ons. De vorige eigenaar van dit huisje is nog 500 gezakt, en toen konden we het kopen.”
Johan: “We kregen een tip dat dit huisje vrij zou komen en we gingen kijken. We waren er meteen verliefd op en kwamen steeds weer kijken. De tuin was mooi, het huisje mooi. We hebben best veel gedaan. En ja, die steenstrips zaten er al toen we het overnamen. Die haal je niet weg.”
Yvonne:Het is een licht huisje, met ramen aan vier kanten. Aan een kant (op de plek van de overkapping) hebben we wel twintig bomen weggehaald, een heel bos. In de tuin braamstruiken met uitlopers van wel 30, 40 meter!”
Het meest trots zijn ze op de zolder: “Eerst leegmaken, er lag veel oude troep en er waren muizen. Toen opnieuw platen van spaanplaat erop. De ingang is via een trap, weggewerkt achter een deel van het plafond. Je laat de trap vieren met een touw. Een heerlijk grote zolder is het.”
Tot hun verdriet is er het er deze zomer niet van gekomen, van op zolder slapen. Johan komt de trap niet op: na een operatie eerder dit jaar heeft hij last van zijn benen. Ze vinden het slapen op de tuin heerlijk: “We hebben een leuk contact met de buren. Vorig jaar september hadden we zelfs een etentje met zijn allen op het pad!” Ze hopen dat hij dat volgend seizoen wel weer kan, ze missen het.
Yvon: “De bruine houten vloer oogt wat kaal helaas, want het huisje heeft helemaal onder water gestaan. Verder is er al twee keer ingebroken, twee jaar geleden. ALLE leidingen, zelfs binnen, die van de douche en het toilet hebben ze meegenomen. Plus dingen uit de kasten.
Mijn favoriete plek is in deze lage stoel, in de hoek, want overal kun je vanuit hier naar buiten kijken.” Johan:”Ja, die stoelen heb ik van de Roteb. Een aantal jaren geleden mocht je daar nog spullen meenemen. Ik was toen met een busje van het werk en heb ze meteen meegenomen.”
Buiten is uitbreiding van het wonen mogelijk: een opgerold dekzeil van een vrachtwagen kan helemaal uitgerold worden met de uitdraai van een winkelraamrolluik tot een forse overkapping. Ik krijg meteen een demonstratie.
Nog plannen of wensen?
Johan:”Ik wil niets veranderen, het huisje is zo helemaal naar ons zin. Volgend jaar misschien wat verven en meer niet. O ja, verder is het gebouwd van Nieuw-Zeelands hardhout, het moet lang kunnen meegaan.”
Een huisje dat door de tijd heen gevoelens oproept: ze raakten erop verliefd, teleurgesteld in de gang van zaken met de gedwongen late verhuizing, blij ermee, woedend op de inbrekers, verdrietig door de schade en de overstroming en nu hopend op er weer kunnen slapen volgend jaar. Maar bovenal: tevreden en gelukkig ermee.
Mijn wens voor hen is, dat ze er samen nog lang plezier van zullen hebben!
Door Marga Cooiman