Een grasachtige polvormende plant met in het voorjaar hangende bloeiwijzen met veel stuifmeel en later zaad. Vanuit dat zaad verspreidt de plant zich snel. De stengels zijn scherp driekantig; dat onderscheidt de plant van de grassen. Grassen hebben, ook onderaan, ronde stengels. De pollen worden erg groot en op den duur heel lelijk. Andere planten worden verdrongen.
In de algemene tuinen proberen we ze uit te graven en zo te verwijderen. Vaak staan ze langs de slootkanten of op andere natte plekken. Ook andere zeggesoorten kunnen erg woekeren, zoals de soort die in de Vlindertuin langs het klinkerstraatje groeit. Die gaat met ondergrondse witte wortelstokken de perken in. Is erg lastig uit te roeien.Let er in je tuin ook op.
Wordt vaak als siergras of vijverplant aangeboden bij tuincentra, maar doe het niet!