Tot nu toe, 9 april 2015, zag ik op mijn tuin 4 hommelsoorten. De aardhommel zoals altijd de eerste (10 maart), de steenhommel op 11 maart, de akkerhommel op 8 april en vandaag de weidehommel.
Aardhommel
Hommels die je in februari, maart en april ziet, zijn altijd koninginnen. Het volk sterft voor de winter. Alleen de bevruchte jonge koninginnen overwinteren. Die gaan na de winter uitvliegen en fourageren zodra de temperatuur dat toelaat. Ze bouwt een nieuw hommelnest, in een oud muizenholletje, onder een laag naalden onder je coniferen of op een droog plekje onder rommel achter in je kas. Het aangebrachte voedsel (stuifmeel en nectar van vroegbloeiende planten) doet ze in broedcellen en legt er bevruchte eitjes op. Hieruit komen de larven die opgroeien tot werksters. Deze gaan vervolgens stuifmeel en nectar halen, en de koningin blijft binnen, o.a. om meer eitjes te leggen. Deze werkster-hommels zijn veel kleiner dan de koninginnen. Ze vliegen in de zomer volop rond om al voedsel halend de bloemen te bestuiven. Je hoeft er niet bang voor te zijn, want ze hebben absoluut geen interesse in je. Ze steken pas als je er op gaat zitten of op trapt. En dat voel je dan wel! Gelukkig gaan ze niet dood als ze hebben gestoken, zoals een honingbij.
Akkerhommel
Steenhommel
Hommels hebben kleuren in een soort streepjespatroon. De kleuren zijn meestal een combi van bruin, geel, wit, steenrood en zwart. Elke soort heeft zijn eigen streepjescode. De vier hierboven genoemde hommels zijn hier goed aan te herkennen en komen ook vrij veel voor. Er zijn nog tientallen andere hommelsoorten. Sommige veel zeldzamer en ook moeilijker op naam te brengen. Meer info op http://nl.wikipedia.org/wiki/Hommels
Kijk voor een hommelzoekkaart op het internet, hier is een voorbeeld die je kunt downloaden, maar ze zijn ook kant en klaar te koop. Handig voor op je tuin.
Ria, tuin 183