Het gaat slecht met de insecten, onze grootste groep dieren. Al kunnen de beestjes soms hinderlijk zijn, ze zijn van groot belang en onmisbaar voor het leven op onze planeet. Ze zijn niet alleen de bestuivers van bloemen en planten, maar ze vormen ook de voornaamste voedselbron voor onder andere vogels en veel zoogdiersoorten. We kunnen in onze tuin ze helpen de winter door te komen.
Oorwurm
De herfst is voor sommige tuinierders het seizoen om de tuin winterklaar te maken. Je helpt insecten door dit niet nu te doen maar in het voorjaar. Veeg bladeren op een hoop of strooi ze op de aarde in de tuin. Knip uitgebloeide bloemstengels pas af in het voorjaar. Als je dit te rommelig vindt, kan je ook een deel van de bloemstengels laten staan en in de tuin een speciaal hoekje maken voor de insecten. Onder een hoopje dode takken of houtblokken vinden niet alleen insecten, maar soms salamanders en egels hun toevlucht voor de winter. Een stapelmuurtje van oude stenen biedt ook beschutting voor de beestjes. Nestgelegenheid in de vorm van kastjes en bouwsels zijn zelf te maken. Op internet zijn voorbeelden te vinden voor insectenhotels in allerlei vormen en maten. Een schuilplaats voor bijvoorbeeld oorwormen en hommels maak je eenvoudig door een bloempot te vullen met stro en deze ondersteboven op te hangen. Heb je geen tijd om het zelf te fabriceren, het aanbod van nestkastjes voor insecten is de laatste jaren enorm toegenomen.
Trekvlinders
De verschillende soorten insecten hebben allemaal hun eigen manier om te overleven. Als een soort dit niet kan, laat hij eitjes achter die dat wel kunnen. Sommige insecten schuilen onder de grond, in boomschors of andere warme plekjes zoals in een schuurtje, kelder of op zolder. Er zijn zelfs insecten, zoals trekvlinders die naar een warm land vliegen. Lieveheersbeestjes overwinteren door dicht tegen elkaar aan te kruipen. Dat doen ze in een holte van een boom of tussen stenen, maar het kan ook dat je ze tegenkomt in de schuur of kelder.
De inrichting van de tuin is het meest belangrijke. Door nectar- en stuifmeelrijke bloemen aan te planten lokken we allerlei insecten zoals vlinders, bijen en kevers. Inheemse struiken en bomen bieden meer kansen voor insecten. Meidoorn, linde en hazelaar zijn bijvoorbeeld populair bij lieveheersbeestjes. Een bloemenweide trekt sprinkhanen, wantsen en vlinders. Een vijver is een bron van leven. Met een geleidelijke oeverzone met inheemse waterplanten kunnen vissen zich te goed doen aan kikkervisjes en waterbeestjes. Ook zorgt dood hout voor leven in de tuin.
Tot slot: gebruik geen pesticiden in de tuin want het is rampzalig voor de gehele insectenwereld en ook voor andere diersoorten.
Insectenhotel PDF op de site van Natuurmonumenten
Insectenhuis PDF op de site van de week van de Bij
www.natuurpunt.be/pagina/insecten-je-tuin
annetanne.be/kruidenklets/2013/03/08/insectenhotel/
Door: Hennie van Elderen