Dit is een enigszins op gras of zegge lijkende zeer sterke overblijvende plant uit de Russenfamilie. Komt van nature voor in vochtig of verwaarloosd grasland.
De altijdgroene stengels zijn rolrond, 3 mm dik en gevuld met wit sponsachtig merg (pit). Er zitten geen bladeren aan de plant. In de zomer bloeit de plant met een bruin propje halverwege de stengels. Er worden veel zaadjes gevormd die aan vogels blijven hangen en zo verspreid worden.
Ze ontkiemen op kale stukjes vochtige grond langs de slootkant of in je border of groentebed. De volwassen plant (tot 100 cm hoog) vormt met zijn uitlopers snel meerdere planten. Als je ze bijtijds in de gaten hebt, worden het geen grote dikke bossen en kun je ze nog gemakkelijk uittrekken.