In februari of soms nog wel eerder zie je ze verschijnen, hele pollen en soms zelfs als een tapijt witte klokjes, het sneeuwklokje. Hoe zit het eigenlijk met het sneeuwklokje. Het is een bloembol net als de bv. de tulp. Van de tulp is bekend dat hij oorspronkelijk uit Turkije komt, zou het sneeuwklokje ook ergens anders zijn “roots” hebben?…
En inderdaad, ook het sneeuwklokje is afkomstig uit het buitenland. Het gewone sneeuwklokje (Galanthus nivalis) is een bolgewas uit de narcisfamilie (Amaryllicidaceae) en komt oorspronkelijk uit zuid-, centraal- en oost Europa.
Geschiedenis
Het sneeuwklokje werd in de middeleeuwen al in kloostertuinen en rond abdijen en kerken geplant, de bloemetjes werden wel geplukt ter ere van Maria Lichtmis op 2 februari als symbool van onschuld en zuiverheid. Over de medicinale waarde van het sneeuwklokje werd geschreven in 16e-eeuwse kruidenboeken, toen nog onder de wetenschappelijke naam “Leucojum”. De naam “Leucojum” wordt nu gebruikt voor andere, aan het sneeuwklokje verwante planten, het lenteklokje en het zomerklokje. De Zweedse botanicus Carl Linneus legde in 1752 de basis voor een nieuwe benamingssystemathiek voor planten en vanaf dan heet het sneeuwklokje “Galanthus”. In de 18e eeuw heeft de verspreiding van het sneeuwklokje in West Europa zijn grootste vlucht genomen. De “landschapstuin” kwam toen als natuurlijke tuinstijl overgewaaid uit Engeland.Vooral rond landhuizen en buitenplaatsen werden o.a. sneeuwklokjes massaal aangeplant om te verwilderen. De Universiteit van Utrecht is een onderzoek begonnen om te achterhalen waar de oude populaties van het sneeuwklokje (voor 1900) vandaan komen en of ze zich hebben aangepast aan het Nederlandse klimaat.
Het sneeuwklokje wordt nu gerekend tot de “stinzenplanten”. De term “stinzenplant” wordt gebruikt voor met name voorjaarsbloeiende planten met wortelstokken, bollen of knollen die na aanplanting aan hun lot zijn overgelaten. Ze zijn hier verwilderd en ingeburgerd en kunnen zich handhaven als een inheemse plant. Een lijst met stinzenplanten is bv. op wikipedia te vinden. Deze verwilderde planten danken hun naam aan de “stinzen”, middeleeuwse stenen woontorens in Friesland, rond deze woontorens en daarom heen gebouwde landhuizen vond dit proces van planten en verwilderen het eerst plaats.
Over de plant
Het gewone sneeuwklokje wordt maximaal 25 cm. hoog. De bloemen hangen elk aan een eigen stengel. De bloem heeft zes bloemblaadjes, de drie buitenste blaadje zijn smal en spits de drie binnenste zijn korter en hebben een omgekeerde hartvorm. Aan de onderkant van de binnenste blaadjes zit een groen vlekje in de vorm van een halve maan.De bloem lijkt wit maar is eigenlijk kleurloos. De witte kleur wordt veroorzaakt doordat de luchtbelletjes die tussen de bladcellen inzitten het licht weerkaatsen. Het blad van het sneeuwklokje is lang en spits en blauwachtig groen. Giftig: Alle delen van het sneeuwklokje zijn giftig en kunnen braken, duizeligheid en diarree veroorzaken. Toch hebben ze ook een medicinale waarde. Ze bevatten namelijk de stof alkaloïde galantamine. Deze stof kan de ziekte van Alzheimer vertragen en wordt verwerkt in het medicijn Reminyl. Op homeopathisch gebied worden aftreksels die uit het blad of de bol gewonnen zijn o.a. ingezet voor de behandeling van schurft; steenpuisten; gewrichtsaandoeningen; hoge bloeddruk en nog veel meer.
Sneeuwklokjes houden van humusrijke, vochtige maar goed gedraineerde grond. Als ze bloeien staan ze het liefst in de zon, na de bloei het liefst in lichte schaduw zoals ook in hun oorspronkelijke boshabitat.
Door de vroege bloei lijkt het onmogelijk dat er kruisbestuiving door insecten optreedt. Bij gunstige weersomstandigheden kan dat toch gebeuren. Vroeg vliegende hommels en bijen kunnen al in februari oranjekleurig stuifmeel en nectar uit de sneeuwklokjes halen. Het sneeuwklokje kan zich ook zelf bestuiven.
Het zaad van sneeuwklokjes wordt op een speciale manier verspreid. Aan het zaad zit een aanhangsel, het “mierenbroodje” vast. Dit mierenbroodje zit vol voedingsstoffen voor mierenlarven. Bij het verzamelen van dit nuttige voedsel wordt het zaad ook meteen door de mieren verspreid.
Verspreiding, vermeerdering & teelt
In Nederland verspreiden sneeuwklokjes zich toch vooral door het vermeerderen van de bloembollen. Kleine bolletjes groeien na de bloei op de hoofdbol en vormen zo hele pollen. Als deze pollen groot worden, kunnen ze worden gesplitst. Sneeuwklokjes werden aanvankelijk gekweekt in productiebossen zoals bv. op Texel waar wilde bolletjes uit de Loirestreek in Frankrijk werden uitgezet. Tegenwoordig worden sneeuwklokjes vooral in de volle grond geteeld en gebruikt men riet als bedekking tegen verbranding en uitdroging.
Soorten en variëteiten
Er zijn wereldwijd 19 soorten sneeuwklokjes bekend. De bekendste zijn Het Gewone Sneeuwklokje (Galanthus nivalis), afkomstig uit de zuidelijke delen van Europa en het Grote Sneeuwklokje (Galanthus elwesii) afkomstig uit Turkije. Van deze twee soorten zijn al 250 cultivars bekend. Van alle 19 soorten bestaan zo’n 2000 variëteiten. Op de site snowdropwiki.nl zijn de gegevens van alle soorten, cultivars en hybriden te vinden.
Dit brengt ons op het verschijnsel “galanthofielen” of wel sneeuwklokjesverzamelaars. De verzamelwoede begon in Engeland, het tuinen- en bloemenland bij uitstek, in de 19e eeuw.Zo brachten in Engeland bv. militairen die vochten in de Krimoorlog (1853 – 1856) bolletjes van de daar inheemse Galanthus plicatus mee. De eerste “galanthofielen” waren vooral bevlogen kwekers. Zo ontleende de “Galanthus Atkinsii” zijn naam aan James Atkins {1804-1884) en dankt het Grote Sneeuwklokje (Galanthus Elwesii) zijn naam aan ontdekker Henry John Elwes (1874) . In 1891 vond in Londen de eerste sneeuwklokjesconferentie plaats, georganiseerd door de Royal Horticultural Society (RHS). Sedertdien wordt hij elk jaar gehouden. Eerder was het alleen de adel die zich het verzamelen als hobby kon veroorloven. Ook koningin Elizabeth schijnt een fervent verzamelaar te zijn geweest. Tegenwoordig is er sprake van een ware verzamelwoede in Groot Brittannië die ook, in iets minder fanatieke vorm, overgewaaid is naar Nederland en België. Er zijn sneeuwklokjesreizen, sneeuwklokjesfeesten, sneeuwklokjesarrangementen en sneeuwklokjes wandelingen. Zo is in Nederland kwekerij “De Boschhoeve” in Wolfheze en in België Arborethum Kalmthout de plek waar je moet zijn. Verzamelaars lopen er met spiegeltjes aan een stok om de bloem goed van onderen te kunnen bekijken. De variatie zit hem vooral in enkel of dubbel; groene of gele puntjes of streepjes of juist het ontbreken daarvan. De prijs van een bolletje kan oplopen van 300 tot 1000 euro. Diefstal bij ware verzamelaars met een tuin waarin honderden variëteiten staan, komt dan ook vaak voor en er moeten waakhonden of camera’s ingezet worden om dit te voorkomen.
Wie had gedacht dat het eenvoudige, bescheiden sneeuwklokje eenzelfde “gekte” zou kunnen veroorzaken als de “tulpenmanie” in de 17e eeuw toen voor een tulpenbol evenveel betaald werd als voor een grachtenpand.
Liesbeth Benneheij
Voor dit verhaal is geput uit bronnen als snowdropwiki.nl, allesoverbloembollen.nl, florum.nl en Wikipedia.