In onze tuin ontkiemen spontaan veel zelf zaaiende planten. Veel van deze zaailingen van bijvoorbeeld onkruiden of bomen trek je het liefste meteen de grond uit. Maar er zullen ook planten tussen zitten waar je blij mee zult zijn als je ze door laat groeien.
Natuurlijk kun je alles uit de grond trekken wat je niet direct herkend. Maar er kunnen ook planten tussen zitten die je graag wil houden. In mijn tuin kreeg ik een Japanse anemoon, een karmozijnbes en een laurierstruikje cadeau. De kaardebol kwam aanwaaien en het mottenkruid was ook weer terug van weggeweest. Elk voorjaar verplaats ik de zaailingen naar de plek waar ik ze wil hebben.
Vaste planten zoals akelei, longkruid, knikkend nagelkruid en moerasspirea zaaien zich goed uit en vaak haal ik de zaailingen tussen de andere planten vandaan. Ook de groep floxen wordt elk jaar groter. Vaste planten zijn niet-verhoutende, meerjarige planten die meestal in de herfst bovengronds afsterven en in het voorjaar weer uitlopen.
Onder de planten die zich goed uitzaaien zitten een aantal tweejarigen zoals vingerhoedskruid, judaspenning, stokroos, kaardebol en verbena bonariensis.
Een tweejarige plant leeft twee jaar waarbij de plant het eerste jaar een stengel, bladeren en wortels vormt. In het tweede jaar bloeit de plant en produceert zaad waarna de plant afsterft.
De meeste tweejarige planten zijn eind augustus uitgebloeid en hebben zaad gevormd. Veel soorten zullen zich vanzelf uitzaaien en in het najaar nieuwe plantjes vormen. Het is ook mogelijk om zelf het zaad te verzamelen en ze op de gewenste plek of zaaibed uit te zaaien.
Hoe herken je zaailingen en wat doe je ermee?
De eerste blaadjes van een kiemplantje zien er vaak allemaal redelijk hetzelfde uit, maar het eerste echte blad wat daarna gevormd wordt, laat meestal vrij goed zien wat voor plant het gaat worden. Akelei en Oost-Indische kers hebben een heel herkenbare bladstructuur. Van onder andere kaardebol, teunisbloem en mottenkruid zijn de zaailingen rozetvormig. De plek waar het plantje opkomt, verraadt vaak de rest.
Als er veel zaailingen zijn, verwijder dan een groot gedeelte en laat alleen de beste staan. Staan ze op een ongewenste plek, verplaats ze dan of zet ze in een potje. Vul een potje met potgrond en zorg dat de grond waar de zaailingen in komen voldoende vochtig is. Steek dan een keukenvork op ongeveer drie centimeter van de zaailing in de grond tot de tanden onder de aarde zijn en wip daarna heel voorzichtig de grond met de zaailing omhoog. Laat zoveel mogelijk grond aan de worteltjes zitten en zet de plant in het potje. Breng wat extra aarde aan en druk voorzichtig de grond aan. Vul de potjes tot iets onder de rand, anders wordt water geven een kliederboel. Geef de zaailingen water en zet ze op een plek waar de slakken er niet bij kunnen
Wanneer je er zeker van bent dat het geen bruikbare plant is, verwijder hem dan voordat hij kans krijgt zaadjes te produceren.
Meer lezen?
Boek:
Kruid of onkruid, door Bärbel Oftring
Links:
Onkruid herkennen voor dummies
HERFST. Kaardebol of distel in de tuin, zaaien van de tweejarige in de herfst. (YouTube)