Met de fiets op weg naar de tuin zag ik in de Delfhavense Schie een knobbelzwanenfamilie zwemmen. Op het pad tegenover de Vlindertuin zat soms ook een familie. Als je voorbij liep, blies een van de ouders naar je. Voor de zekerheid gebruikte ik mijn fiets als buffer. Een zwaan zou immers je arm met één klap kunnen breken. Maar zijn ze echt zo gevaarlijk?
Volgens de site ‘Wetenschap in beeld’ zijn zwanen niet zo gevaarlijk als vaak gedacht. Wel is er reden om ze, net als alle andere dieren overigens, met de nodige eerbied te bejegenen. Als knobbelzwanen jongen hebben, kan het mannetje vinnig uitvallen tegen soortgenoten en mensen die hij als bedreiging voor zijn nest en kroost ziet. Hij blaast zich op en spreidt zijn vleugels, en met zijn spanwijdte van 230 cm en 155 cm hoogte schrikt hij de meeste indringers wel af, vooral als hij ook nog eens dreigend gaat blazen.
Betrouwbare wetenschappelijke gegevens zijn moeilijk te vinden over zwanen die mensen zodanig aanvielen dat ze ernstig gewond raakten. Wel zijn er gevallen bekend van zwanen die mensen in de vinger beten. Vooral voor kinderen kan het gevaarlijk zijn om dichtbij te komen. Zwanen spelen blufpoker: op het moment dat ze doorhebben dat je beslist niet voor ze opzij gaat, kiezen ze meestal wel eieren voor hun geld.
Ook volgens Kees Moeliker, conservator van het Natuurhistorisch Museum Rotterdam, kan een zwaan geen arm van een volwassenen breken. Zwanen vechten naast hun snavel wel met hun ‘polsen’, het sterkste deel van de vleugel. Zo’n 3 procent van de gevonden dode zwanen zou ook in onderlinge strijd zijn gesneuveld. Alle vogels, dus ook zwanen, hebben holle botten, want ze moeten licht zijn om te kunnen vliegen. Het is een fabeltje dat je als kind te horen krijgt om je uit de buurt van zwanen te houden.
Kortom: het blijft een broodje-aapverhaal dat een zwaan een arm van een volwassen man of vrouw kan breken, maar het is wel oppassen geblazen.
Door Hennie van Elderen